Familie Soutberg
Den Helder
16 april Donderdag 17 april 2008: Newark–New York–Lakeshore Limited  18 april

Gepland:

Ervaringen:

We zijn natuurlijk idioot vroeg wakker, en moeten zelfs wachten tot we terecht kunnen voor het ontbijt. Ons eerste Amerikaanse ontbijt is nog “Continental”, maar het smaakt uitstekend.

De hotelshuttle brengt ons terug naar het vliegveld, waar we weer de Airtrain zullen nemen, nu naar het Amtrak-station. Onze medepassagiers in het busje zitten er gestresst bij: door de files is het busje al later vertrokken, en ze hebben nog maar een half uur voordat hun vliegtuig vertrekt. De chauffeur van het busje doet zijn best, en waarschijnlijk hebben ze hun vliegtuig inderdaad gehaald.

We zijn ruim op tijd op het station, en moeten nog even wachten voordat we onze Railpassen kunnen ophalen. De beambte, die al onze reserveringen apart moet uitdraaien, excuseert zich uitgebreid dat het niet sneller gaat: “hij moet nog wakker worden”. We verzekeren hem dat het geen probleem is, want we hebben ruim de tijd. Uiteindelijk vertrekken we, vriendelijk goede reis gewenst, zelfs een trein eerder naar New York dan oorspronkelijk gepland.

Na een kort ritje stappen we uit op Penn Station, en staan meteen midden in New York tussen de wolkenkrabbers. Grappig om nu ook de watertorens op de daken in het echt te zien.

We lopen een blokje om in de buurt van het station, maar het is jammer dat – sinds de aanslagen in 2001 – je je bagage niet kunt achterlaten in een kluisje; die nemen we dus mee. De indruk die we krijgen van het kleine beetje dat we zien is een jachtige stad waarin iedereen haastig op weg is naar een of ander doel. Als we terugkeren naar het station valt op wat we in Nederland al hadden gehoord: er is buiten de wachtkamers en eetgelegenheden geen enkele zitgelegenheid te bekennen, en vensterbanken en andere richels zijn vaak voorzien van randen die het onmogelijk maken erop te zitten. Als we iets gegeten hebben gaan we daarom maar naar de wachtkamer (alleen toegankelijk met Amtrak-kaartje).

Tegen half vier stappen we dan in onze eerste lange-afstandstrein: de Lakeshore Limited zal ons naar Chicago brengen waar we morgenochtend om 09:45u moeten aankomen. Voor deze eerste nachtrit hebben we ons beperkt tot Coach class; volgens de boeken moet dat best te doen zijn, met stoelen die veel meer beenruimte bieden dan in een vliegtuig, en die ver achterover kunnen. Voorlopig zijn we nog niet aan slapen toe. Het is prachtig weer en we rijden urenlang door het mooie landschap van het noordoosten (New York–Albany–Syracuse).

Omdat we nog aan het tijdsverschil moeten wennen reserveren we een vroeg dinner, om half zes. Er wordt gegeten op basis van community seating, dus ons tweetal wordt meestal aan een tafel gezet met een ander stel. Vanavond is dat een gepensioneerde railroader met zijn jongste kleinzoon. Hij vertelt dat hij in de buurt van Buffalo woont, en zijn free Amtrak miles gebruikt om al zijn kleinkinderen een keer mee te nemen naar New York. Ze zijn vanmorgen om vier uur vertrokken, en hebben een aantal uren in New York doorgebracht; geen wonder dat de kleinzoon in slaap valt terwijl onze bestellingen worden klaargemaakt. Als hij is wakkergemaakt en wat gegeten en gedronken heeft gaat het wel weer. Ze moeten nog wel even, want de trein komt in Buffalo aan om 23:55u.

Om 22:00u worden de lichten gedimd en verzoekt de conductor iedereen de nachtrust te respecteren door niet te gaan bellen op de zitplaats maar in de Cafe car. De meeste passagiers voor Chicago nestelen zich met de uitgereikte Amtrak-kussentjes en een omgeslagen jas voor de nacht. Het is eerst zoeken om de goede zitpositie te vinden, maar uiteindelijk slagen we erin langere tijd achterelkaar te slapen, en in de ochtend zijn we redelijk fit. De trein heeft wel vertraging, maar niet dramatisch: we komen niet om 9:45u aan, maar om 10:35u. Onze aansluitende trein vertrekt pas om 15:15u, dus geen enkel probleem.