Familie Soutberg
Den Helder
1 mei Vrijdag 2 mei 2008: Empire Builder  3 mei

Gepland:

Ervaringen:

In de nacht is ons deel van de Empire Builder samengevoegd met het deel uit Seattle. We hebben er nauwelijks iets van gemerkt, net als van de nachtelijke stops in Sandpoint, ID, en Libby, MT. Rond half acht worden we wakker als de trein wat langer stopt in Whitefish, MT. Het landschap wordt hier weer vriendelijker, maar is nog in wintersfeer. We naderen de Rocky Mountains en Glacier Park, dat we aan de zuidkant passeren. Er ligt nog overal sneeuw, en in een plaatselijke krant die onder de deur door wordt geschoven lezen we dat men overstromingen verwacht als de sneeuw gaat smelten: er ligt 30% meer dan in gewone jaren. Bij het ontbijt zitten we aan tafel met twee zussen in de pensioenleeftijd, uit North Carolina. Ze hebben in de staat Washington de zoon van één van hen opgezocht en keren nu via Chicago en Washington DC terug naar huis.


De afstanden zijn weer groot: van West Glacier naar East Glacier Park is 57 mijl, en voordat we bij de volgende wat langere stop zijn, in Shelby, MT, is het kwart voor twaalf (voor ons gevoel kwart voor elf, omdat we van Pacific time naar Mountain time zijn gegaan) en zijn we nog eens 70 mijl verder door bergachtig terrein. In Shelby strekken we even de benen; het is minder koud dan we hadden verwacht, maar het ziet er niet echt aanlokkelijk uit rond het station.

Het landschap verandert nu snel, en al gauw rijden we door eindeloze vlaktes met korenvelden, weides en veel verlaten boerderijtjes, tot spookdorpen toe. De lunch is een aangename onderbreking. Deze keer zitten we alleen aan tafel met onze cold tuna salad en Angus burger, beide geserveerd met chips; de eerste keer dat we chips kregen bij de lunch waren we verbaasd, maar het is blijkbaar heel gewoon. Terwijl de ene akker na de andere voorbijglijdt zijn we blij dat we dit traject niet per auto moeten afleggen.

In de Empire Builder wordt op deze tweede reisdag een “special event” geörganiseerd voor de passagiers met slaapaccommodatie: in de diner car hebben we een kaas-en-wijn proeverij met kaas uit Minnesota en wijnen uit Washington. Er zijn twee witte en twee rode wijnen, aan mij niet besteed want ik lust helemaal geen wijn; Lida vindt de witte wijnen en de eerste rode lekker, maar de andere rode wat bitter. Er zijn drie soorten kaas, van mild tot pittig, die we alledrie wel lekker vinden. Het echtpaar met wie we aan tafel zitten komt uit Wisconsin, dus ze zijn quasi verontwaardigd dat ze geen kaas uit hun eigen staat krijgen. Het blijkt dat ze dicht bij Green Bay wonen, ons reisdoel van zondag. Na een gezellig half uurtje gaat ieder weer zijnsweegs. Over het landschap valt weinig nieuws te melden, behalve een besneeuwde heuvelrug waarvan ook het treinpersoneel de naam niet weet.

Terwijl we over de vlaktes van North Dakota rijden dineren we samen met een jong stel uit Seattle. Ze gaan in de buurt van Minot de ouders van de jongen opzoeken. Hun keus voor Amtrak was simpel: vliegen zou $1500 per persoon hebben gekost, en nu waren ze samen $300 kwijt. Het wordt een aangenaam diner, en de rest van de avond kijken we af en toe eens naar buiten, waar het steeds donkerder wordt in het eindeloze landschap. Na een warme koek kruipen we in bed voor de laatste ruk richting Wisconsin.